Samengevat komt het houden van duiven hierop neer: Bij iedere duivenmelker thuis staat een duivenhok waar de liefhebber zijn duiven in huisvest. Dit hok is vaak verdeeld in minimaal drie afdelingen: één voor de doffers, één voor de duivinnen en één voor de jongen. Wanneer je begint met duiven heb je, zeker het eerste jaar, genoeg aan een kleiner hok voor alleen jonge duiven.

Iedere dag worden de duiven ongeveer een uur losgelaten om te trainen.

In het vliegseizoen (van medio april tot medio september) worden de duiven op vrijdag ingekorfd voor een wedstrijd (wedvlucht). Alle duivenmelkers brengen de duiven dan naar de vereniging waar ze worden geregistreerd in de computer en vervolgens in speciale manden worden ingekorfd. In eveneens speciaal daarvoor gemaakte vrachtauto’s worden ze hierna naar de losplaats gereden om vervolgens op zaterdag losgelaten te worden. Rond de verwachte aankomsttijd zitten alle duivenmelkers vol spanning te wachten op hun duiven. Zodra de duif in het hok komt wordt de aankomsttijd automatisch geregistreerd in de duivenklok. Op zaterdagsavond gaat de klok mee naar de vereniging en wordt met een computerprogramma berekend welke duif het snelste was.

Hoe zorg je er nou voor dat jouw duif het snelste is?

Vaak wordt gezegd dat dit afhankelijk is van de volgende drie factoren: